De pH van melk bepaalt of het als een zuur of een base wordt beschouwd. Melk is licht zuur of heeft een neutrale pH-waarde. De exacte waarde hangt af van het moment waarop de melk door de koe is geproduceerd, de verwerking van de melk en hoe lang deze is verpakt of geopend. Andere verbindingen in melk fungeren als buffermiddelen, zodat het mengen van melk met andere chemicaliën hun pH dichter bij neutraal brengt.
De pH van een glas koemelk varieert van 6,4 tot 6,8. Melk vers van de koe heeft doorgaans een pH tussen 6,5 en 6,7. De pH van melk verandert in de loop van de tijd. Naarmate melk zuurder wordt, wordt deze zuurder en wordt de pH lager. Dit gebeurt doordat bacteriën in melk de suikerlactose omzetten in melkzuur. De eerste melk die een koe produceert, bevat colostrum, waardoor de pH-waarde daalt. Als de koe mastitis heeft, zal de pH van de melk hoger of basischer zijn. Volle, geëvaporeerde melk is iets zuurder dan gewone volle of magere melk.
De pH van melk is afhankelijk van de soort. Melk van andere runderen en niet-runderzoogdieren varieert in samenstelling, maar heeft een vergelijkbare pH. Melk met biest heeft een lagere pH en mastietmelk heeft voor alle soorten een hogere pH.
Posttijd: 25 april 2019